In veel organisaties wordt al enige tijd gewerkt met allerlei digitale oplossingen. Vaak is de introductie van IT oplossingen in bedrijven op een ad hoc wijze tot stand gekomen. Vanuit de verschillende onderdelen zijn software pakketten ingekocht en geïnstalleerd die het werken binnen het bedrijf ondersteunen. Zo heeft de financiële administratie zijn eigen boekhoudpakket en werkt de HR-afdeling in een eigen personeelssysteem. Via Kantoorautomatisering worden standaard werkplekken aangeboden waarmee men toegang heeft tot deze systemen. En in het datacenter worden de verschillende systemen ook weer aan elkaar gekoppeld. De IT afdeling heeft het er maar druk mee.

Vanaf de jaren 60 van de vorige eeuw is het inzetten van computers in bedrijven en organisaties mogelijk geworden. In eerste instantie was de investering nog groot en daarvoor kreeg je een kolos van een Mainframe oplossing. Later werden computers kleiner, sneller en daarmee ook meer toegankelijk. Desondanks bleven IT systemen beperkingen houden, met name als het ging om opslag en netwerk ontsluitingen. Voor lange tijd was het technisch eenvoudiger om een eigen server-ruimte (datacenter) in te richten, met eigen systemen en applicaties en een eigen (LAN) netwerk. In zekere zin werden IT oplossingen dan ook in het bedrijf vastgezet. Binnen de context van het eigen netwerk en het eigen datacenter konden oplossingen worden ingezet.

De afgelopen jaren zijn deze beperkingen weggenomen. Computers werden steeds sneller en kregen standaard meer geheugen en opslagmogelijkheden. Waar we 10 jaar geleden nog zeer geïnteresseerd waren in de specificaties van een nieuwe laptop is dat tegenwoordig niet meer zo interessant. De nieuwste Smartphones hebben al meer mogelijkheden dan de gemiddelde laptop indertijd. Ook zijn we nu eigenlijk altijd verbonden met het Internet en alle omgevingen die daaraan zijn verbonden. Qua prestaties en stabiliteit is het niet meer noodzakelijk om nog een onderscheid te maken tussen een eigen lokaal netwerk (LAN), de verbindingen tussen de vestigingen (WAN) en het publieke netwerk (Internet). Waar in het verleden het technisch noodzakelijk was om het interne netwerk te scheiden van het publieke netwerk, daar is dat tegenwoordig niet meer zo nodig.

Door het wegvallen van de technische beperkingen komt er meer ruimte om gebruik te maken van het grote aanbod aan IT oplossingen. Hier spelen ook leveranciers en technologie partijen steeds handiger op in. Als bedrijf kan je er voor kiezen om een boekhoudpakket vanuit een eigen datacenter aan te bieden of om een vergelijkbare toepassing direct via de leverancier in te kopen (Cloud). En om gebruik te kunnen maken van deze toepassingen is technische expertise van de leverancier zelf beschikbaar. Met deze uitbreiding van de mogelijkheden ontstaat er ook de vraag op welke wijze er sturing gegeven moet worden aan het inzetten en eventueel inkoop van digitale diensten.

Het risico is groot dat bij de afweging rondom digitale toepassingen de bestaande ICT infrastructuur die vanuit beperkingen is opgezet als leidend principe wordt genomen. En dat de afweging ook wordt voorbereid en ingeleid door degene die deze ICT-infrastructuur hebben opgezet en nog steeds beheren. Er is dan een grote kans dat niet de toepassing maar de techniek leidend gaat worden. Dat technische argumenten over het inpassen van digitale oplossingen, het koppelen van bestanden en pakketten en het beveiligen van de data voorop komen te staan. Wanneer de techniek leidend wordt bij het bepalen van toepassingen van nieuwe technologie dan zou de toegenomen ruimte minder goed benut worden. Dan blijven er mogelijkheden liggen en kansen onbenut.